
De kersttafel dekken; zo doe je dat!
Langzaam bereiden we ons voor op het kerstdiner. Het menu wordt zorgvuldig uitgekozen, de wijnglazen worden geteld, het servies ‘voor de speciale gelegenheden’ wordt van zolder gehaald en het zilveren bestek gepoetst. Maar hoe dek je eigenlijk de perfecte kersttafel?

Het bestek
Ken je dat gevoel? Dat je in een restaurant zit en je ziet links van je drie verschillende soorten en formaten messen liggen en rechts ook nog eens drie verschillende vorken. Welke bestek pak je voor welke gang? Eigenlijk is het heel simpel en zijn er slechts vier regels voor het indekken van ‘uw couvert’ (het benodigde eetgerei per gast):
- Je werkt altijd van buiten naar binnen. Het bestek voor de eerste gang, leg je het verst naar buiten.
- Messen liggen altijd rechts, vorken links en bestek voor het dessert ligt boven het bord.
- De snijzijde van het mes ligt altijd naar binnen.
- De onderkanten van het bestek liggen allemaal even hoog.
Uiteraard moet het bestek allemaal netjes gepoetst zijn. De truc is om bestek na gebruik zo snel mogelijk af te wassen in heet water, met gebruik van mild afwasmiddel. Spoel het bestek daarna nogmaals met lauw water en droog – het liefst direct – af met een zachte doek of theedoek. Je bestek glanst nu nog mooier in het kaarslicht.
De borden
Gebruikt je tijdens het diner meerdere borden, stapel de borden dan van groot naar klein. De borden zet je op twee vingers van de onderkant van de tafel neer. Een onderbord geeft de kersttafel extra sfeer. Houd daarbij rekening met de kleuren en de stijl van de gedekte tafel. Heb je geen onderborden in de stijl van de rest van de tafel, laat ze dan achterwege. Serveer het hoofdgerecht – mits deze warm is – altijd op voorverwarmde borden. Haal de borden voor het hoofdgerecht tijdig van tafel en plaats deze in een voorverwarmde oven, een paar minuten in de magnetron of een bak met warm water. Op deze manier blijft uw hoofdgerecht langer warm.
Voor het stokbroodje vooraf plaats je een klein bordje linksboven de andere borden. Vergeet deze niet weg te halen na het hoofdgerecht.
De glazen
Een lekker diner wordt vaak vergezeld door verschillende wijnen. De wijn-spijscombinatie maakt het kerstdiner helemaal compleet. Af en toe een glaasje water tussendoor is goed tegen de hoofdpijn de volgende dag, maar ook om smaken te neutraliseren. Je kunt daarom drie verschillende glazen neerzetten: witte wijn-, rode wijn- en waterglazen. Deze zet je rechtsboven de borden, waarbij van links naar rechts het waterglas, het glas voor de rode wijn en het glas voor de witte wijn. Koffie- en theeglazen worden pas tijdens het dessert geplaatst, rechts van het bestek.
Denk vervolgens aan de servetten in een mooie ring, de kaarsen, een karaf voor het water en de menukaarten en het kerstdiner kan niet meer stuk.
Het belangrijkste deze kerst, is om een gezellige tijd te hebben, samen met de mensen die je lief hebt!